Ingrediënten:
Voor 6 stuks
6 ronde of vierkante plakken
bladerdeeg
3 stoofappels of jonagold
1 el bruine suiker
1 el kristalsuiker
1 scheutje citroensap
1 snuifje kaneel
1 klontje boter
1 handvol rozijnen
1 eierdooier
grove korrelsuiker
Bereiding:
Schil de appels en snijd ze in blokjes (2 x 2 cm), stoof ze aan in een klontje boter, voeg ook een bodempje water toe. Voeg de bruine- en de kristalsuiker toe en een scheutje citroensap.
Breng op smaak met een snuifje kaneelpoeder en voeg de rozijntjes toe. Laat de appeltjes afkoelen.
Leg de plakjes bladerdeeg open op het werkblad, verdeel de appelblokjes op 1 helft van de deegplakjes, laat een rand van 1 à 2 cm vrij. Plooi het bladerdeeg toe over de appeltjes, druk de randen op elkaar en druk ze aan met een vork.
Leg de appelflappen op een bakplaat bekleed met bakpapier, klop de eierdooier los met een klein scheutje water of melk en borstel dit over de appelflappen, bestrooi ze rijkelijk met de grove korrelsuiker en bak ze gedurende 25 minuten in een voorverwarmde oven van 180 graden. Laat de flappen afkoelen.
Smakelijk !!!